School Dorpsschool | Bakel
Tegenwoordig: museum, voormalige school, kosterswoning en repetitielokaal fanfare Bakel. Het voorste gedeelte is de meesterswoning, het achterste gedeelte de oude school. De oude ingang van de school is nog zichtbaar daarnaast. Voorin de foto ligt de verbouwde gevel met de tentoonstellingsruimte van de harmonie en de schutkamer (het houten bordje) van de St. Willibrordussschutterij van Bakel.
Deze school is deels, de twee schoollokalen, rond 1830 gebouwd en deels, de meesterswo…
Tegenwoordig: museum, voormalige school, kosterswoning en repetitielokaal fanfare Bakel. Het voorste gedeelte is de meesterswoning, het achterste gedeelte de oude school. De oude ingang van de school is nog zichtbaar daarnaast. Voorin de foto ligt de verbouwde gevel met de tentoonstellingsruimte van de harmonie en de schutkamer (het houten bordje) van de St. Willibrordussschutterij van Bakel.
Deze school is deels, de twee schoollokalen, rond 1830 gebouwd en deels, de meesterswoning in 1864. Hij werd achter de kerk gebouwd, omdat men daar minder last had van de wind. Het oudste deel is helaas zo grondig verbouwd dat de voormalige functie niet meer afgelezen kan worden. Oorspronkelijk zag het er waarschijnlijk uit als een klein huisje zoals er talloze in het dorp stonden. De woning die eraan is gebouwd is echter nog in goede staat. Het authentieke kolenhok is nog aanwezig. De klep aan de voorzijde van het schoolgebouw had een bijzondere functie: daar deponeerde de school de as van de kachel, die werd opgehaald door de boeren die op Verloorekost woonden en de armste boeren van het dorp waren. Met de as kon men de grond vruchtbaarder maken.
De school heeft waarschijnlijk nooit meer dan één lokaal gebruikt, er was ook maar één leraar. In een anoniem krantenartikel uit 1896 klaagde iemand over de toestand in de school: alle kinderen die van heinde en verre kwamen, zaten samen in één lokaal. Er was geen hulponderwijzer, omdat men wilde besparen op salaris- en stookkosten. Het andere lokaal stond leeg en werd gebruikt door de fanfare. De Bakelse fanfare heeft het leegstaande lokaal meerdere malen als repetitieruimte gebruikt, de schoolmeester was ook een van haar leden. Er werd steen en been over geklaagd, het was er gruwelijk koud in de winter. Zodra de mogelijkheid beschikbaar kwam is men weer in cafézalen gaan oefenen, waar ook bier genuttigd kon worden. De fanfare had sinds 1875 een eigen zaal boven de bakkerij van de familie Van de Poel. Helaas boterde het niet altijd tussen de fanfare en familie Van de Poel. Daarom keerde de fanfare meermaals terug naar het lege lokaal in de oude school, met een kachel die zij zelf had meegenomen. Deze kachel was echter erg slecht, waardoor de fanfare gedurende de wintermaanden toch weer terugkeerde naar de zaal van familie Van de Poel. Uiteindelijk werd er in 1932 een contract opgesteld voor de huur van de zaal inclusief vuur en licht bij familie Van de Poel.
Op een gegeven moment zijn nieuwe scholen gesticht, zoals de Katholieke lagere school uit 1920, en dit gebouw heeft dienstgedaan als kookschool, huishoudschool, brandweergarage, gevangenis, kunstenaarsatelier, repetitielokaal en later opslagruimte voor de kerk. In het voorste gedeelte woonde toen de koster. Nu is er een tentoonstellingsruimte voor de fanfare en ligt er ook de schutkamer van het St. Willibrordusgilde.
De Bakelse fanfare Musis Sacrum is in 1874 opgericht. De fanfares zijn in Nederland ontstaan in de tijd van Napoleon die de kunstvorm introduceerde voor het leger en er speciale muziekstukken voor liet schrijven. Na het einde van de Franse tijd, in 1813, heeft Nederland dit gebruik aangehouden en zijn ook burgers fanfares op gaan richten. Bakel in de 19e eeuw kende lange tijd muzikaal alleen een zangvereniging die ook in de kerk zong. In die tijd was Bakel een klein en arm dorp, maar het duurde niet lang voordat men het geld bij elkaar had om een fanfare op te richten. In 1874, zes weken na de oprichting op 12 mei, had men al een lening geregeld om instrumenten te kunnen aanschaffen. Dit ging om een lening van 300 gulden tegen een rentepercentage van 4%. Er waren meer leden dan instrumenten, mede omdat men in het begin vooral de liederentafel begeleidde, waaruit de fanfare was voortgekomen. Dirigent Goossens, die tevens handelde in instrumenten, nam voorlopig extra instrumenten mee.
De fanfare was een belangrijk onderdeel van het dorp. Zo liepen ze mee bij processies, carnavals, met het gilde in haar optochten, brachten serenades bij priesterfeesten, openingen, huwelijken, kermissen, deden mee met verschillende toernooien en festivals en traden op in cafés. Die laatste activiteit bleek heel populair, eind 19e eeuw, begin 20e eeuw ging men dat namelijk combineren met sketches en toneel, en ook wel met turndemonstraties van de turnvereniging. De zalen zaten steeds stampvol. Overigens waren de toneelspelers, turners en muzikanten vaak dezelfde mensen dus er zal wel flink van kostuums zijn gewisseld tussen de bedrijven door. Op een gegeven moment konden ze zelfs entree gaan heffen. Uit de fanfare ontstond in 1936 ook een jazzbandje, in 1979 majorettes en ook een drumband. Nu is de fanfare een harmonie geworden. Er werd in de vijftiger jaren een heuse muziektuin opgericht met kiosk en beelden. Daar is inmiddels overheen gebouwd maar de naam, Muziekhofke bestaat nog. U kunt het allemaal zien in de tentoonstellingsruimte in de oude school.