Bavaria - Bierbrouwerij

Lieshout is vooral bekend om bierbrouwerij Bavaria.

Al 7 generaties bier volgens uniek familierecept
Onder leiding van de familie Swinkels brouwt men in de brouwerij van Bavaria te Lieshout (Brabant) al 7 generaties bier volgens een uniek familierecept. Zo waarborgt de brouwer al sinds 1719 de beste kwaliteit. Pure ingrediënten zijn de basis voor kwaliteit en daarom wordt Bavaria gebrouwen van natuurlijk mineraalwater uit eigen bron en vermout Bavaria zijn eigen gerst.

Geschiedenis
In 1719 werd voor het eerst melding gemaakt van brouwerij ‘De Kerkdijk’ in Lieshout. De familie Moorees brouwde daar op kleine schaal ambachtelijk bier. Waarschijnlijk al vanaf 1680. Eén van de dochters trouwde met ene Swinkels. Hun afstammelingen namen in 1764 de brouwerij over. Waar kleinschalige brouwerijen meer en meer het veld moesten ruimen, wist de familie Swinkels zich staande te houden. Dit lukte door steeds weer in te spelen op veranderingen in de markt. Zo besloten de gebroeders Swinkels in 1925 om over te stappen naar laaggistend bier (pilsener). Dit ondanks dat het in die tijd gebruikelijker was om hooggistend bier te brouwen. Een mijlpaal die de brouwerij uiteindelijk klaarstoomde voor de toekomst.

Familiebedrijf
Vanaf 1773 is de brouwerij onafgebroken in het bezit gebleven van de familie Swinkels. Vanaf het voorjaar van 2014 bestaat de directie van Bavaria geheel uit leden van de 7e generatie. Inclusief de bekende voorouders is het bedrijf reeds tien generaties familiebezit en daarmee een van de oudste Nederlandse familiebedrijven.

Kwaliteit
Bavaria wist in de loop der jaren met verschillende productintroducties leidende posities te verwerven in nichemarkten. Als grondlegger van het enige echte alcoholvrije bier heeft Bavaria een sterke positie op kunnen bouwen. Zowel in Nederland als in andere delen van de wereld. Zo exporteerde Bavaria in 1978 het eerste alcoholvrij bier naar het Midden-Oosten. Niet in de laatste plaats vanwege de religieuze achtergrond in die regio. In 2010 introduceerde Bavaria het eerste alcoholvrije witbier op de Nederlandse markt. Daarmee werd de tot dan toe stagnerende alcoholvrijmarkt weer nieuw leven ingeblazen.

Feiten over Bavaria
-Grootste onafhankelijke brouwerij van Nederland
-Eén van de oudste familiebedrijven in Nederland
-100% familiebedrijf
-Inmiddels staat de 7e generatie van de familie Swinkels aan het roer
-Jaarlijkse productie: meer dan 7 miljoen hectoliter bier
-Zo'n twee derde is bestemd voor export naar ruim 130 landen
-Ruim 1.800 medewerkers wereldwijd
-Bavaria beschikt over natuurlijk mineraalwater uit eigen bron

Het dorp - Lieshout

Lieshout (plaatselijk dialect: Liessent) is een dorp en voormalige heerlijkheid, gelegen in de Meierij van ‘s-Hertogenbosch. Lieshout maakt deel uit van de gemeente Laarbeek. Tot 1 januari 1997 bestond er een zelfstandige gemeente Lieshout die de dorpen Lieshout en Mariahout omvatte.

De oudst bekende schrijfwijze van Lieshout is Litholz, te vinden in een akte uit 1146. Deze naam is ontstaan uit lide = weg, gang, pad en holt = bos. De lide was het pad, dat langs de oostrand van het dichte bos (het latere Lieshouter Bosch) liep als onderdeel van een Romeinse handelsroute. Het pad lag in een overwegend moerassige strook en vormde de doorgang tussen twee hoger gelegen gebieden. Deze lide of doorgang heeft zijn naam gegeven aan het dichte compacte bos, als het meest in het oog springende oriënteringspunt daar ter plaatse: het lides-holt of doorgangs-bos. Een andere etymologische verklaring, een die vaak geciteerd wordt, is Bos van Lies, een hoogstammig bos met veel liesgras. Deze verklaring is gebaseerd op de schrijfwijze Lishot, zoals die voorkomt in een laat-12de-eeuwse kopie van een akte uit 1199.

Naast imposante bezienswaardigheden en monumenten, is ook de Lieshoutse natuur absoluut een bezoekje waard!

Kerken - en Kloosters

De eigenaar van het domein Lieshout heeft waarschijnlijk in de 11e eeuw een kerk laten bouwen nabij zijn ridderhofstede in het Hof. In deze tijd was er sprake van een kasteel ter plaatse van de huidige buurtschap 't Hof, die zich ten zuiden van het Wilhelminakanaal bevindt. Over de eerste kerk van Lieshout die bij het kasteel op ’t Hof stond is weinig bekend. De tweede, middeleeuwse kerk, stond op dezelfde plaats. Er zijn tekeningen van bewaard gebleven. Ze werd in 1648 overgenomen door de hervormden, maar aangezien de Hervorming in Lieshout geen aanhang had, bleef de kerk in het Hof sindsdien leeg staan.
De St. Servatiuskerk in Lieshout werd gebouwd op de historische plaats waar voorheen het omgracht huize Ribbius stond, dus op de hoek Ribbiusstraat-Heuvelstraat. Ook de nieuwe kerk is geheel omgeven door de brede oude slotgracht, welke men in stand hield. Bouwpastoor van deze kerk was pastoor Schoenmakers. De aanbesteding vond plaats op maandagmiddag 21 maart 1961 op de pastorie bij onderhandse inschrijving. De laagste inschrijving was W.A. van der Pas te Oss met een bedrag van 353.380 gulden. Aan deze aannemer werd dan ook het werk gegund. Architect van het werk was J. de Reus uit Oss. De eerste spade voor de nieuwe kerk ging op dinsdag 23 mei 1961 de grond in. Dit was juist twee dagen na het veertigjarig priesterfeest van pastoor C. Schoenmakers die sedert 1944 in Lieshout was. Bij dit jubileum hebben de parochianen hem reeds een bedrag van 1300 gulden geschonken om de benodigdheden voor het altaar in de nieuwe kerk te kunnen kopen. Op 15 oktober 1961 vond de eerste steenlegging plaats.

Als men in het kort een beschrijving zou moeten geven van de kerk, zou men haar kunnen noemen: “Burcht van God” doordat zij gelijkt op een vesting door haar torenachtige uitbouwsels en doordat ze geheel omwaterd is door de brede oude slotgracht. De hoofdlijnen zijn sober en strak. De muren zijn in verschillende tinten gekleurde baksteen opgetrokken. De bakstenen zijn “schots en scheef” door elkaar gemetseld. De hoofdingang is van weerszijde in glas in lood gevat. De constructie is van die aard, dat het plafond is opgehangen aan een vrijdragende staaloverkapping. Daardoor is een grote vierkante ruimte ontstaan, zonder hinderlijke pilaren die de gelovigen het uitzicht op het altaar zouden kunnen beletten. De akoestische kwaliteiten bleken uitstekend te zijn. De vloer is een “kiezel in beton” vloer, die het in verband met het metselwerk zeer goed doet. Het altaar is op een hoogte geplaatst, en bestaat uit een voet van beeldhouwwerk met daarop het altaarblad, dat maar liefst zo’n 3,5 ton weegt. Het beeldhouwwerk op de altaar voet stelt voor de wonderbare broodvermenigvuldiging en wonderbare visvangst, de mannaregen en de bruiloft van Kana. De edelsmid H. van den Thillard ontwierp kruis, kandelaars en tabernakel. Onder het altaar heeft men marmeren breuksteen gelegd, dit marmer is het enige materiaal dat uit de oude kerk afkomstig is. De nieuwe kerk kostte totaal 502.000 gulden.

De Heuvel

De Heuvel, een centraal driehoekig pleintje waarop zich een muziekkiosk en een pomp bevinden. Ook staat hier het voormalige gemeentehuis. Verder staan in de directe omgeving van de Heuvel drie bronzen beeldjes en wel:

-De Vaandeldrager, uit 1990, door Niek van Leest

-De Raoper (strontraper) uit 1958

-Sparen en Spelen uit 1990

Andere beeldjes zijn:

-Bejaard echtpaar, bij het Franciscushof,

-Toekomst door samenspel, gildebroeder en zoon als tamboer, door Toon Grassens, aan de Servaasstraat.

Historie

Lieshout als dorp begon in de achtste eeuw, toen de Franken een domein stichtten in een onbevolkt gebied in het zuidwesten van de huidige gemeente Laarbeek in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Menselijke bewoning was er op die plaats al in de prehistorie en het gebied is continu bewoond geweest tussen ongeveer 1000 v.Chr. en 225 n.Chr.

Door de hervormingen die tijdens en na de Franse tijd doorgevoerd werden, kwam er een eind aan de bestuurlijke bevoegdheden en de jurisdictie van de heerlijkheid Lieshout. De jurisdictie werd belegd bij hogere overheden en de bestuurlijke functies werden uiteindelijk, met de invoering van de Gemeentewet in 1851, toegewezen aan de gemeente Lieshout. Wat de heerlijke rechten betreft, deze werden in 1795 vervallen verklaard, maar later werden enkele rechten hersteld. In 1842 verkochten de erven Bout de goederen en de rechten die zij in Lieshout bezaten aan Albert Bots, een Helmondse industrieel. Bots en zijn erfgenamen zetten afkoop procedures in gang waarmee ze al hun rechten te gelde maakten, met uitzondering van het jacht- en het visrecht. In 1887 verkochten de erven Bots hun Lieshoutse bezittingen, inclusief de overgebleven rechten. In 1899 vonniste de rechter dat de heerlijke jacht- en visrechten reeds lang vervallen waren.

Het wapen van Lieshout

Het wapen stelt waarschijnlijk de parochie heilige voor, maar zeker is dat niet. Lieshout was een leen van Brabant aan de abdij van Floreffe. In de 17e eeuw bezaten de abten van Floreffe ook de hoge jurisdictie en was het leen van Brabant dus de facto vervallen. In 1698 werd de heerlijkheid verkocht aan de abdij van Postel en in 1714 aan Adriaan Bout.

Een schependomszegel is bekend sinds 1518, maar het zegel is waarschijnlijk ouder. In de 16e eeuw is het vervangen door een ander zegel, dat tot 1811 in gebruik is geweest. Op het zegel staat een gemijterde abt met een kromstaf en sleutel. Het gaat hierbij waarschijnlijk om de abt van Floreffe, die een attribuut van de parochie heilige (de sleutel) vasthoudt. In 1815 schreef de burgemeester dat het St. Servatius zelf was, maar het is dus ook mogelijk dat het een abts figuur is.