In het midden van de 18e eeuw lag een viertal gehuchtjes langs een oude zandbaan dwars door de Peel naar Nederweert: 'Voorste Heusden', 'Middelste Heusden', 'Achterste Heusden' en 'de Behelp'. Maar vóór die tijd was er ook al bebouwing, want de kasteelruïne met poort en voorhoeve zijn al van veel ouder datum. De hoeve Voorste Heusden wordt al in 1464 vermeld en de hoeven Terheide en Vennehoeve in 1486. Toen maakten de oudste delen van Heusden deel uit van het bezit van de heren van Asten. De pachtgronden werden hosden (van hosdinium) of hoesden genoemd. Waarschijnlijk heeft Heusden hier zijn naam aan te danken.
De Peel had daar de naam 'Het Gevlocht' en langs de zandbaan naar Nederweert lag het Lierops ven verbonden met het Eeuwsel ven. Eigenlijk was Heusden zo'n beetje het einde van de bewoonde wereld want de akkers gingen geleidelijk over in de hogere zandgronden en tenslotte in de uitgestrekte Peel. De boeren gebruikten de Peel voornamelijk voor het steken van turf. De turf werd gebruikt als brandstof en werd ook als brandstof verkocht. Eind 19e eeuw probeerden de boeren de Peel geschikt te maken voor landbouw. In het voorjaar werd het veen afgebrand, waarna er boekweit werd ingezaaid. De Peel veranderde in een bloemenzee met een bedwelmende lucht.
Het geld wat met de turfwinning werd verdiend was niet voldoende om de armoe te bestrijden. De ongeveer 50 boerderijen in de vier gehuchten waren vaak van slechte kwaliteit met lemen muren op een vlechtwerk en getooid met een strooien dak. De boerderijen lagen als een lint door het groene landschap. Richting de rivier de Aa waren de percelen hooi- en weiland klein en begrensd met bomen die dienden als hout voor staken en mutsaarden (takkenbossen). In Heusden bezaten de boeren relatief veel melkvee.
Dit leidde er toe dat de boeren van Heusden in 1893 besloten tot de oprichting van een roomboterfabriek. Dit bevorderde de samenwerking tussen de gehuchten. Ook ontstond steeds meer doorgaand verkeer vanwege de ontginningen. Er werden nieuwe woonhuizen gebouwd en het aantal boerderijen werd uitgebreid. Al in 1905 wilden de Heusdenaren een eigen school bouwen, maar dat werd lang gedwarsboomd omdat Heusden dan ook een eigen parochie moest worden. De boeren richtten toen een coöperatie op om alsnog het stichten van een parochie te bekostigen. De school werd in 1918 gebouwd en de kerk in 1921. De vier gehuchten Voorste, Middelste en Achterste Heusden en de Behelp waren toen al aaneen gegroeid tot een kern met de naam Heusden.